‘Klaar om te verhuizen vandaag?’ vraag ik hem nadat hij zijn tent uit is geklommen. Vandaag ben ik makelaar. Ik prijs prachtige woonplaatsen aan. Geweldig uitzicht op de zee. ‘Waar verhuis ik dan heen?’ vraagt hij terecht. Ja, daar heb ik ook geen idee van. Ali komt uit Afghanistan en woont samen met zijn vrouw en drie kinderen in het blauwe gebied van het kamp. Dichtbij de zee en onderaan de heuvel. Het regent al de hele dag en ook
nu betekend dat grote plassen en modderstromen. Omdat dit gebied laag ligt, wordt iedereen verhuist naar lege plekken in het kamp. Zijn buren zijn al vertrokken dus hij wist dat ook hij aan de beurt zou komen. Als makelaar prijs ik tenten aan. Zo’n 6 bij 4 meter aan onderdak. Allemaal twee onder één kap. Samen delen is het motto, of je wil of niet. De tent is in tweeën verdeeld met een laken. Weet je in ieder geval altijd wat je buurvrouw eet, mogelijk inspirerend. Garantie op geen stilte en wie weet, grote kans op een gezellige snurkerd van een buurman.
Na overleg in het kantoor kan ik Ali meenemen naar een nieuwe tent. Helemaal aan de rand van het kamp. Als we de top van de heuvel bereiken rijkt ons een prachtig uitzicht. Ik wijs mijn geïnteresseerde klant op het heugelijk feit. ‘Beautiful view’. Direct bedenk ik mij hoe anders de zee is voor hem en mij. Die zee herinnerd hem aan het verlaten van zijn vaderland en de overtocht naar het onzekere onbekende. Hij riskeerde zijn leven door op die golven te dobberen. Hij verliet zijn thuis om nooit meer terug te keren. Mij vertelt de zee enkel over zomerse vakanties vol vrijheid met mijn familie aan strand. En mijn enige ontmoeting met de golven zijn dobberend op een luchtbed in de zon.
Als we bij de tent aankomen start het onderzoek. We staan al 1-0 achter, de tent staat onderaan de heuvel waardoor het regenwater voor stromen richting de tent kan veroorzaken. Samen met Sanne sla ik het gade. Zij spreekt best aardig Perzisch en geeft mij verslag. Bij het openen van de rits kijkt een man vanuit de tent hen aan. Hij moet de huidige bewoner zijn, hij is nog niet helemaal vertrokken. Het is direct een zakelijk gesprek. ‘Is het warm hier? Hoe is de wind? Veel last van het water?’. Vol hoop wacht ik af wat de huidige bewoners melden. Hopelijk is hun verkooppraatje om over naar huis te schrijven. Na een paar minuten stapt Ali en zijn vrouw naar buiten, ‘we doen het’, melden ze. Wat een deal, dat ging geweldig! Als we bij zijn huidige tent aankomen heeft drie kwartier om al zijn spullen in te pakken.
Ondertussen ga ik terug naar de nieuwe tent om te kijken waarom de huidige bewoners nog niet zijn vertrokken. Met een paar klappen op het doek en een : ‘Salam, this is EuroRelief’ meldt ik mijn aanwezigheid. Weer opent de tent. Via Google Translate ontdek ik dat hij hier gisteren is komen wonen en ik bij de ingang aan de andere kant van de tent moet zijn. Mijn vraag of hij klaar is om te verhuizen verward hem, hij zit er nou net. Ik verontschuldig mijn storen en zeg gedag. Met een boogje loop ik om de tent. ‘Salam, this is Eurorelief!’ roep ik aan de andere kant van de tent. Na een enkel moment opent de rits zich vanuit binnen en verschijnt daar precies dezelfde man. ‘Hello my friend’, zegt hij met een olijke lach op zijn gezicht. Uit verbazing schiet ik in de lach. Hij lijkt er ook de nodige pret om te hebben. Het blijkt dat ze het doek dat de tent scheid naar beneden hebben gehaald en zo overmeesterd hij met zijn gezin de volledige tent. Ik hoef het hem niet te vertellen, hij weet hoe het zit. Toch het proberen waard.
Onderweg terug naar Ali krijg ik te horen dat de verhuizing toch niet meer gaat gebeuren vandaag. En ja, wij vieren weekend. Sorry, Ali. Tot maandag. Hij staat in zijn tent opening als ik het hem vertel. Naast hem staan enorme vuilniszakken vol spullen. Hij heeft flink doorgewerkt in het afgelopen half uur. De tent is leeg en hij wacht op onze bus om in zijn nieuwe huis te trekken. Het allereerste woord dat ik leerde in Perzisch komt weer van pas. ‘Babachshit, sorry!’, ik sla mijn ogen neer. En waar ik in zijn positie mogelijk die zakken vol spullen bovenop mij had geleegd uit woede, antwoord Ali: ‘No problem!’. Ik wijs naar zijn spullen en verontschuldig nogmaals. ‘I know, but no problem. See you Monday at nine o clock! Goodbye!’. Ik sta verstelt van zijn vriendelijkheid en geduld. Ik voel mij als hulpverlener de verliezer en vind hem de winnaar.
22 januari
met een uitzicht om over naar huis te schrijven
meer lezen