Nog nooit heb ik papier vast gehouden van zoveel waarde. Kleine kaartjes met weinig woorden maar grote daden. Vanmiddag deelde ik tickets uit. Alles wat de vluchtelingen ontvangen wordt geregeld via een ticket. Eten? Met je ticket in de rij, 3 keer per dag. Naar de dokter? Met je ticket in de rij bij de medische tent. En wie wat wanneer krijgt? Dat wordt door de organisaties besloten. Ik was dus een beruchte ticketuitdeler in kamp vandaag. Als uitdeler draag ik een stapeltje met hoop. Vertrekken naar Athene, status ontvangen, staat namelijk ook soms op zo’n ticket.
De tickets die ik bij mij draag zijn wat vager van betekenis. Bij ontvangen wordt je de volgende dag om acht uur bij de ingang van het kamp verwacht met al je identiteitspapieren. Daar wordt men opgehaald en ergens heengebracht voor een ‘medische check’. Zelf wist ik niet wat dit betekende. Het kan van alles zijn. Terwijl ik gedag roep bij de ingang van de tent steekt een jonge vrouw haar hoofd naar buiten. Naast haar staat een meisje van twee. Ze kijken mij aan. Ik noem de naam op het ticket en die bevestigd ze. Ik vertel haar wat mijn bezoek brengt. Ze veert wat op als ze ziet dat ik een ticket tevoorschijn haal. ‘Just a medical check’, vertel ik. Een enorme lach verschijnt op haar gezicht: ‘corona test?’ zegt ze hoopvol. ‘Waarschijnlijk niet, maar misschien wel. Ik weet het ook niet’. Ze straalt van oor tot oor: ‘Good news, good news!’ Een coronatest kan betekenen dat ze bij negatief mag reizen naar het vast land. Een coronatest kan betekenen dat ze binnenkort, heel binnenkort status ontvangt. Ik weet het niet, maar ze hoopt. ‘Good news!’, zegt ze nogmaals. Ik wil blij voor haar zijn, maar hoop vooral dat ze niet teleurgesteld wordt.
Het tweede stapeltje tickets zijn nog vager. Als ik bij de desbetreffende tent aankomt staat de buurt om mij heen. ’Ticket Athens?’ hoor ik overal. ‘To Germany?’. Ik overhandig de ticket aan een vrouw. Ze verstaat geen woord van wat ik zeg, maar straalt als de zon aan de hemel. Morgen om negen uur wordt ze verwacht in het ‘transfer office’ voor een informatie bijeenkomst over haar accomodatie. Met de ticket in haar hand wenkt ze mij mee naar haar buurman. Hij zal de boel vertalen. Ik zie alleen maar vrolijke gezichten om mij heen. Ik zie stralende ogen vol hoop. De doffe verdrietige lijnen die normaal de gezichten tekenen, zijn gesmolten als sneeuw onder de zon. ‘No Athens’ begin ik direct. Lijkt mij toch wel het meest gepaste om te zeggen nu. Ik kom ze namelijk niet het goede nieuws brengen. De man schatert het uit, ‘Yes Athens!’, zegt hij. De hele buurt is door dolle heen. ‘I don’t know!’, zeg ik over wat het ticket nou precies is. Ze gieren het uit, wat een grap. Natuurlijk weet jij het wel, hou ons maar niet langer voor de gek. ‘Nee, ik weet het echt niet!’, probeer ik. Bij mij staat eerder het huilen naderder dan het lachen. Ik hoop met heel mijn hart en al het andere waar ik mee kan hopen dat zij morgen informatie ontvangt omdat zij en haar gezin binnenkort status krijgen. Maar, oh, wat ben ik bang dat zij morgen teleurgesteld wordt. Wat ben ik bang dat haar bergje hoop weer een stukje smelt na morgen.
een hele bult hoop
26 januari
meer lezen